727
Mededceling.
Den 7en December j.1. werd de volgende circulaire
verzonden aan Heeren Directeuren, Presidenten van
den Raad van Toezicht, Kassiers en Z.E. Heeren
Adviseurs:
EINDHOVEN, 7 December 1923.
Aan onze Boerenleenbanken,
Het is niet onmogelijk, dat het Rapport van de Com;
missie van Deskundigen der Hanzebank te 's;Hertogen;
bosch aanleidng geeft tot onjuiste gevolgtrekkingen en
tot noodelooze ongerustheid.
Wij meenen daarom goed te doen Uwe aandacht
erop te vestigen, dat het door de deskundigen ge*
noemde bedrag van 9'/2 millioen, het bedrag is van de
vorderingen door de Hanzebank aan de Coöperatieve
Centrale Boernleenbank overgedragen, om met de op*
brengst daarvan de schuld te betalen, die de Hanze;
bank aan de Centrale Boerenleenbank had. De over;
gedragen vorderingen zijn door hypotheken, effecten,
borgstellingen enz. gedekt. Daarenboven heeft de Cen;
trale Boerenleenbank nog effecten, promessen en andere
onderpanden, waardoor hare vordering op de Hanze;
bank ten volle gedekt is.
Eenigen schijnen iut het Rapport der Deskundigen te
hebben gelezen, dat de vordering der Centrale Boeren;
leenbank op de Hanzebank 9Va millioen bedraagt. Wij
kunnen U mededeelen, dat de vordering in kwestie
momenteel nog niet de helft van dat bedrag beloopt.
Wat de rechtsgeldigheid der cessie betreft, kunnen wij
U evenzeer volkomen geruststellen, aangezien daarmede
de algemeen gebruikelijke en steeds als rechtsgeldig
erkende weg gevolgd is, geheel overeenkomstig de ad;
viezen van de destijds door ons te dezer zake geraad;
pleegde meest bekwame juristen in den lande.