709
De Reservefondsen van de boerenleenbanken, aange*
sloten bij de Coöp. Centrale Boerenleenbank van Eind*
hoven, bedroegen gezamenlijk:
1906
110.000
1914
597.000
1907
148.000
1915
616.000
1908
190.000
1916
793.000
1909
238.000
1917
919.000
1910
296.000
1918
1.024.000
1911
348.000
1919
1.129.000
1912
423.000
1920
1.404.000
1913
490.000
1921
1.900.000
Bovenstaande Statistieken zeggen wel veel omtrent de
uitbreiding van den werkkring der boerenleenbanken,
maar geven toch nog geen juist beeld van het goede,
door de boerenleenbanken verricht. Want die Statistiek
ken geven het resultaat op het einde van ieder jaar; wil
men echter weten, welke enorme bedragen er in den
loop van de 25 jaren aan de leden der boerenleenbanken
als voorschotten zijn verstrekt, dan moet men de voor*
schotten, die telken jare gegeven zijn, samentellen; dan
eerst heeft men een volledig overzicht.
Daarom laten we ook deze Statistiek hier volgen, voor
zooverre wij ze in de verslagen konden vinden.
OP HET
EINDE VAN
GEZAMELIJKE
RESERVEFONDSEN
OP HET
EINDE VAN
GEZAMELIJKE
RESERVEFONDSEN
1