712 Naarmate de Centrale Boerenleenbank zich uitbreid? de, werd er ook voor gezorgd, dat het kapitaal der Centrale Bank en de aansprakelijkheid, die de aangeslo? ten boerenleenbanken voor de Centrale Bank op zich namen, grooter werden, opdat de innerlijke kracht der Centrale Bank sterk gevestigd werd. Daarbij kwam, dat de Reserve der Centrale Bank eveneens toenam. Een overzicht van het aandeelenkapitaal en van de aansprakelijkheid, benevens het Reservefonds der Cen? trale Bank, geeft ons volgende Statistiek: 1899 1900 1901 1902 1903 190-1 1905 1906 1907 1908 1909 1910 1911 1912 1913 1914 1915 1916 1917 1918 1919 1920 1921 1922 1.158.000 1.227.000 1.269.000 1.308.000 1.410.000 1.470.000 1.503.000 4.124.000 33.000 46.000 62.000 80.000 104.000 132.000 311.000 380.000 432.000 474.000 526.000 566.000 620.000 692.000 726.000 756.000 120.283 120.283 136.011 189.293 202.815 212.278 692.000 2.160.862*) 1.561 11.697 19.168 32.427 44.410 51.625 56.787 11.000 EINDE VAN OP HET I AANDEELEN- EINDE VAN HET JAAR j KELIJKHEID TOTAAL DER RESERVE FONDSEN Na toevoeging van de winst over 1922.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 12