691 Enkele dagen later kon de Maasbode vermelden: „Op 18 October heeft de politie een inval gedaan in de kantoren der Brusselsche Bank aan de Beursstraat en in het bijkantoor der bank aan het Damrak. Dit geschiedde op vermoeden van oplichting op groote schaal, waarmede sommen, die in millioenen loopen gemoeid zijn. De directeuren, de heeren Bridee, de Jong en Witten veen werden niet aangetroffen en bleken voortvluchtig te zijn. Per politie=auto werden de boeken en bescheiden in beslag genomen, hetgeen een verzameling van nieuwss gierigen voor de genoemde perceelen tengevolge had. De verdwenen directeuren hebben vooral hun slag ges slagen onder de landelijke bevolking van ons land, die zij bewogen tot afgifte van hun waardespapieren, waarna dan waardelooze rommel werd in de plaats gegeven. Over dit geval vernam De Telegraaf nader, dat deze bank er een „inspecteur van buitendienst", zekeren Wits teveen, op na hield, die er zijn beroep van maakte om rijke boeren, hoofdzakelijk uit de provincie Noords Brabant en Zeeland, te bewegen hun fondsen af te geven. Dit waren steeds solide fondsen. Zoo waren er boeren bij, die papieren afgaven ter waarde van 40.000, van 60.000, van 140.000 en zelfs hooger. Het drietal, Bridée, De Jong en Witteveen reisden de omgeving af in luxe auto's en deden de meest schitterens de aanbiedingen, waarbij groote winsten in het vooruits zicht werden gesteld, Bridée, bijvoorbeeld, die aanvans kelijk voor eigen risico handelde, garandeerde 2% boven het rentestype. Om reclame te maken lieten de oplichters de argelooze boeren eerst een paar duizend gulden vers dienen. Deze buitenkansjes werden spoedig genoeg bes ken en de wonderverhalen over de drie Amsterdammers gingen als een loopend vuurtje door den lande. Het gevolg en dit is het meest treurige was, dat er personen waren die hun geheele vermogen in handen der oplichters gaven. In Zevenbergen beloopen de afs gestane gelden tezamen meer dan een half millioen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 7