676 Dan ontvangt de boerenleenbank: 41/2% van 25.000 voorschotten 1125. 33/i% van 125.000.gedeponeerd bij C. B. 4687.50 Totaal 5812.50 De boerenleenbank betaalt: 31I,% van 150.000.spaargelden 4875. Bruto overschot 937.50 Deze boerenleenbank heeft dus niets verdiend, hoewel zij 50.000.meer sapargelden ontvangen heeft. 11e Boerenleenbank. in de spaarbank ontvangen 100.000 a 3%. aan voorschotten uitgeleend 200.000 a 41/2%. ontvangen voorschot van de C. B. 100.000 a 41/2%. Deze boerenleenbank ontvangt: 41/2% van 200.000.voorschotten 9000.— Zij betaalt: 3% van 100.000.spaargelden 3000. 4V=% van 100.000.— voorschot van de Centr. Boerenleenbank 4500. Totaal 7500.— Bruto overschot 1500. Nu besluit ook deze boerenleenbank om voor de spaargelden in plaats van 3% te geven 31/4%. En dien* tengevolge ontvangt ze ook 50.000.meer aan spaars gelden. Zij behoeft dus maar 50.000 in plaats van 100.000.— bij de Centrale Boerenleenbank op te nemen. Thans ontvangt de boerenleenbank: 4Va% van 200.000.voorschotten 9000. Zij betaalt: 31I*% van 150.000.spaargelden 4875. 4V,% van 50.000.voorschot van de Centr. Boerenleenbank 2250. Totaal 7125.— Bruto overschot 1875.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 8