671 En dan zal men de oorzaken kunnen verdeelen in gewone en buitengewone oorzaken. Gewone oorzaken noemen wij dezulke, die in normale tijden en normale omstandigheden optreden. Als eene Boerenleenbank geen verliezen heeft geleden op effecten en evenmin groote verliezen op voorschotten, en toch nog geen reservefonds heeft, dan moeten de oorzaken gelegen zijn in liet bedrijf zelvedan blijkt daaruit, dat de jaarlijksche onkosten en uitgaven te groot zijn in verhouding tot de jaarlijksche ontvangsten. Buitengewone oorzaken zijn te zoeken buiten het nors male bedrijf. Het kan gebeuren, dat eene Boerenleenbank uit haar bedrijf voldoende winsten maakt, maar dat deze winsten opgeslorpt worden door de verliezen op effecten, of door onverwachte en buitengewone verliezen op andere beleggingen of voorschotten. Naar gelang van de oorzaken moeten ook de middelen aangewend worden. Wanneer eene Boerenleenbank in gewone, normale tijden geen voldoende winsten maakt, dan kan de oors zaak hiervan liggen in: 1. dat de inkomsten te laag; of 2. dat de uitgaven te hoog zijn; en beide oorzaken kunnen samen gaan. Indien het Bestuur eener Boerenleenbank constateert, dat de winsten van ieder jaar zóó gering zijn, dat zelfs na vele jaren geen flink reservefonds te vormen is, dan moet het nagaan of de inkomsten niet te vermeerderen, en de uitgaven niet te verminderen zijn. De inkomsten eener Boerenleenbank kunnen vermeers derd worden door: a. de rente der spaargelden en de vergoeding in loos pende rekening te verminderen; b. de rente en de provisie der voorschotten, zoowel Vermeerdering der inkomsten.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 3