650 effecten als een zeer soliede belegging, en men vond deze bij de meeste instellingen, die gelden te beheeren had* den. En thans zijn zij zoo goed als waardeloos. Maar ook de meest soliede effecten zijn aan koersschommeling gen onderhevig, en kunnen verliezen opleveren, als zij tegen een lageren koers moeten verkocht worden dan zij werden ingekocht. Om deze mogelijke verliezen te dekken moet eene Boerenleenbank winst maken; en deze winst wordt niet verdeeld, maar gestort in een Reservefonds, zoodat men komende verliezen daaruit kan betalen. Nu ligt het voor de hand, dat de leden eener Boeren* leenbank des te minder gevaar loopen, door de onbe* perkte aansprakelijkheid schade te lijden, naar mate het Reservefonds grooter is. En zooals meermalen in de Mededeelingen is uiteen* gezet, moet een der grootste zorgen van Bestuur en van Raad van Toezicht, maar evenzeer van alle leden zijn, dat een flink Reservefonds worde verkregen. Want niets is onaangenamer en meer schadelijk voor een Boe* renleenbank, dan wanneer maar steeds met verliezen wordt gewerkt, en een uittredend lid of de familie van een overleden lid zijn deel in die verliezen moet dragen. Hoe groot moet het Reservefonds eener Boerenleem bank zijn? Op deze vraag is het moeilijk een bepaald antwoord te geven. In de Statuten der Boerenleenbanken is bepaald, dat de Centrale Boerenleenbank deze hoogte moet vas£ stellen. En dat is zeer juist, want eene Boerenleenbank, die voorschotten heeft gegeven, waarin meer risico is ge* legen, dan die, welke eene andere Boerenleenbank gaf, moet ook trachten de beschikking te krijgen over een hooger Reservefonds. Bij de Duitsche Boerenleenbanken is ieder lid ver* plicht, naast en behalve de onbeperkte aansprakelijk*

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 2