MEDEDEELINGEN No. 86. AUGUSTUS 1923. VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN De Reservefondsen bij de plaatselijke Boerenleenbanken. De soliditeit der Boerenleenbanken berust op de eerste en voornaamste plaats op de onbeperkte aansprakelijks heid der leden, wijl alle leden eener Boerenleenbank met hun geheel vermogen aansprakelijk blijven voor alle ver= plichtingen, dus ook voor de terugbetaling der spaart gelden. Een flink Reservefonds versterkt de soliditeit, maar dient toch voornamelijk om de leden te waarborgen, dat zij door het op zirh nemen der onbeperkte aanspraken lijkheid, geene schade zullen lijden. Iedere boerenleenbank, die spaargelden ontvangt, moet deze weêrom beleggen. Een gedeelte wordt belegd in voorschotten aan de leden. Al gaan Bestuur en Raad van Toezicht nog zoo secuur te werk, toch kan op de gegeven voorschotten schade geleden worden, als noch de voorschotnemer, noch de borgen, de geheele schuld ten volle kunnen betalen. Gelukkig komt dit zelden voor, maar de mogelijkheid lklijft toch bestaan, vooral in tijden van achteruitgang en malaise, en daarom moet iedere boerenleenbank hiert mede rekening houden. Enkele boerenleenbanken hebt ben ook reeds in het verleden ondervonden, dat er voort schotten zijn, waarop in werkelijkheid verliezen zijn get leden. Een ander gedeelte wordt door vele boerenleenbant ken in effecten belegd. Ook hierbij kan schade geleden worden. Gedurende zeer vele jaren golden de Russische

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 1