663 Mag iemand lid zijn van twee Boerenleenbanken? Op de laatste Algemeene Vergadering werd de vraag gesteld, of iemand lid mocht zijn van twee Boerenleem banken, en werd tevens verzocht deze vraag in de Mededeelingen te beantwoorden. Gaarne wordt aan dit verzoek voldaan. De Statuten der Boerenleenbank bevatten het vols gende Artikel: 1. Voor het lidmaatschap wordt vereischt: 3°. dat men geen lid zij van eene andere Boerent leenbank, die onbeperkte aansprakelijkheid van hare leden vordert Deze bepaling komt, zoover wij weten, voor, in de statuten van alle Boerenleenbanken, bij welke Centrale Boerenleenbank zij ook zijn aangesloten. Uit dit artikel volgt: 1. dat het Bestuur eener Boerenleenbank niemand als lid mag aannemen, zoolang hij lid is eener andere Boerenleenbank; 2. dat het Bestuur eener Boerenleenbank het recht heeft een lid te ontzetten, als dit lid tegelijkertijd lid zou worden van eene andere Boerenleenbank. (Zie Art. 9 der Statuten.) De reden, waarom deze bepaling in alle statuten voors komt, is zeer duidelijk. Zou immers iemand lid kunnen zijn van twee Boes renleenbanken, dan zou hij ook bij beide Boerenleens banken een voorschot kunnen aanvragen en verkrijgen, en hoe zou dan het Bestuur der Boerenleenbank over de credietwaardigheid van het lid kunnen oordeelcn? Op zulke wijze zouden beide Boerenleenbanken schade kunnen lijden, indien aan zulk lid door de beide Boerens leenbanken voorschotten werden verstrekt, en de bors gen zouden eveneens zeer gedupeerd kunnen worden. Wanneer dus in één en dezelfde gemeente, of in één

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 15