662
Doel van dit artikel is niet om te onderzoeken, waars
aan het ligt, dat de ééne boerenleenbank een groot res
servefonds heeft, en een ander een veel geringer; men
zou een zeer uitgebreid onderzoek dienen in te stellen,
om de juiste oorzaak voor ieder jaar aan te toonen.
Als een algemeene oorzaak kan men wel aannemen het
aankoopen van effecten, die toen ter tijd als een zeer
goede belegging golden, maar later waardeloos zijn ges
worden.
Neen, het doel van dit artikel is, om iedere Boerens
leenbank aan te sporen, een staatje te maken van haar
jaarlijksche winst of verlies, gedurende de jaren van
haar bestaan, zooals zulks hierboven van een twaalftal
Boerenleenbanken is aangegeven; dan te zien, in welke
verhouding het Fonds staat tot de verplichtingen der
Boerenleenbanken, namelijk tot het bedrag der inges
legde spaargelden en der ontvangsten in Loopende Res
kening, hetzij van leden, hetzij van de Centrale Boerens
leenbank.
En als dan blijkt, dat jaar in en jaar uit, de winsten
zóó klein zijn, dat het Fonds, binnen afzienbaren tijd,
in geen voldoende verhouding kan komen tot de vers
plichtingen der Boerenleenbank, dan moeten Bestuur en
Raad van Toezicht de middelen gaan beramen, om een
hoogere winst te maken, want in het belang van alle
leden der Boerenleenbank moet er voor gezorgd worden,
dat mettertijd een zoo'n aanzienlijk Fonds gevormd
worde, dat schade voor de leden uitgesloten mag geacht
worden.
In een volgend nummer zullen wij eenige middelen
bespreken, welke gebruikt kunnen worden om de jaars
lijksche winsten te verhoogen.
Nieuwe Boerenleenbanken.
Sinds de laatste opgave zijn tot de Coöp. Centrale
Boerenleenbank toegetreden de Boerenleenbanken te
Middelbeers (N. Br.) en Terhole (Z.).