ten, en evenmin ontvangen zij eenig deel in de winst. Daardoor bereikt men dat het voorschrift der status ten: „gevaarlijke operatiën zijn uitdrukkelijk verboden" (art. 47) geen doode letter zal zijn, want geen enkel lid van Bestuur, Raad van Toezicht of Commissie van Ads vies kan één cent verdienen, ook al maakt de Centrale Bank nog zulke winsten. Dit geldt eveneens van de directie en het verdere personeel. Het Bestuur, met of zonder Raad van Toezicht, vers leent de credieten aan de aangesloten boerenleenbanken en bepaalt op welke wijze de beleggingen zullen geschies den; de Directeur is de uitvoerder van deze besluiten. Het geld, dat de aangesloten boerenleenbanken aan de Centrale Bank toevertrouwen, wordt op de eerste plaats besteed ten gunste van die boerenleenbanken, welke behoefte hebben aan crediet, omdat er voor een hooger bedrag aan voorschotten door de leden wordt gevraagd, dan waarover zij momenteel de beschikking hebben. Dan zijn er vele vereenigingen, die ten behoeve van den landbouw zijn opgericht, en ten opzichte waars van de Centrale Bank eene moreele verplichting van financieering heeft, wijl het geld der landbouwers en tuinders toch zeker ten goede moet komen van de vers eenigingen, die hen helpen in hun bedrijf. Voor de overige beleggingen worden effecten gekozen en worden credieten gegeven onder hypothecair vers band, onder zekerheid van waardepapieren enz., alles met zeer soliede dekking. Wat de effecten betreft, hiervoor worden gekozen zeer soliede, niet speculatieve fondsen, die uit de Bijs lagen van het Jaarverslag kunnen worden nagegaan. Al neemt men nu nog zulke soliede effecten, dan weet eenieder, dat deze aan schommelingen onderhevig zijn, aan daling en stijging. En dat heeft de Centrale Boerenleenbank in sterke mate ondervonden. 640 Beleggingen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 8