634
voor welk ander land ook heeft aangegaan en evenmin
zijn door deze instellingen ooit de genoemde transacties,
gefinancieerd.
Toch bereiken zulke en dergelijke sensatiesberichtjes
het doel gewild of niet om onrust te stoken, en zeer
soliede instellingen in een verkeerd daglicht te stellen.
Wij meenen daarom goed te doen, nog eens duidelijk
in het licht te stellen, waarop de zoo sterke soliditeit
der boerenleenbanken rust; onze lezers zullen dan zelf
in staat zijn, om deze soliditeit ten overstaan van bui*
tenstaanders te verdedigen.
Voorop moeten wij de aandacht vestigen op de inrich*
ting van het landbouwcrediet, die geheel anders is dan
bij alle andere bankinstellingen.
Bij het landbouwcrediet staat iedere boerenleenbank
geheel op zich zelf, met eigen aansprakelijkheid en eigen
beheer, maar zonder aansprakelijk te zijn voor eene
andere boerenleenbank.
Bij andere bankinstellingen heeft men filialen, bijkan*
toren, agentschappen, of hoe men de onderdeelen van
bankinstellingen kan noemen. Als één filiaal of bijkan*
toor nog zoo goed beheerd wordt, en er op de ter
plaatse gegeven credieten niet de minste schade geleden
wordt, dan deelt zulk filiaal of bijkantoor in alle ver*
liezen, die bij de andere filialen of bijkantoren mochten
ontstaan.
Bij de boerenleenbanken is zulks niet het geval. Mocht
eene boerenleenbank te X verliezen lijden, (de spaar*
ders kunnen ook dan niets verliezen, zooals we terstond
zullen zien) dan behoeft eene andere boerenleenbank te
Y of Z de gevolgen daarvan pimmer te dragen, wijl
iedere boerenleenbank zelfstandig staat. En dat iedere
boerenleenbank door hare innerlijke inrichting uiterst
solied is, zullen we thans in het kort aantoonen.
De soliditeit der boerenleenbanken berust voorname*
lijk op:
Waarop berust de soliditeit
eener Boerenleenbank