MEDEDEELINGEN No. 85. JULI 1923. VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN De soliditeit der Boerenleenbanken. Het is ons, vooral in den laatsten tijd, gebleken, dat nog zoovelen in ons land zeer weinig op de hoogte zijn van de inrichting der Boerenleenbanken, en daardoor niet begrijpen, hoe solied en sterk iedere boerenleen* bank is. Ja, zelfs in landbouwkringen vindt men hier en daar personen, die zich geen rekenschap geven van de soliditeit der boerenleenbanken, en daarom, om een half percentje hooger rente, naar andere banken gaan, die zij niet beoordeelen kunnen. Daarenboven doen in de Pers meermalen berichten de rondte, die of geheel onwaar zijn, of slechts de halve waarheid bevatten, en daardoor geheel onnoodig onrust verwekken in een tijd, dat er toch reeds voldoende onrust is door treurige gebeurtenissen, zooals er enkele weken geleden voorkwamen door de aanvrage van sur* séance van betaling van twee Middenstandsbanken. Het is onverantwoordelijk, hoe lichtzinnig enkele persorga* nen er maar op los praten. Zoo bijv. bevatte de Haagsche Post, enkele dagen, na de aanvrage van surséance van betaling der bedoelde Middenstandsbanken, een bericht, waarin gezegd werd, dat waarschijnlijk de boerenleenbanken ook wel zouden betrokken zijn in een zeer groot crediet aan Duitschland verstrekt, tengevolge van reusachtige transacties in kaas gedurende den crisistijd. Nu gelooven we niet, dat een enkele boerenleenbank hierbij betrokken is, maar zeker is, dat geen enkele boe* renleenbank, bij de Centrale Boerenleenbank van Eind* hoven aangesloten, noch de Centrale van Eindhoven ooit transacties in kaas noch voor Duitschland noch

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 1