644
ceerd wordt dan nadat de balansen der boerenleenbank
ken door de Inspectie zijn gecontroleerd.
Met eenige cijfers zullen wij den gang van zaken aan«
toonen:
1921 501 59.556 113.008
1920 490 56.109103.721
vermeerdering 11 3.4471) 9.287
Bedrag der gezamenlijke spaargelden.
1921 103.232.752.683
1920 92.187.948.96
vermeerdering 11.044.803.723
In 1920 bedroeg de vermeerdering van spaargelden
2.635.992.85.
1921 27.685 14.365.302.483 7.459.417.86
1920 23.860 15.211.792.86 6.436.377.88
vermeerd. 2.825 1.023.039.98
vermindering 846.690
Totaal bedrag aan voorschotten.
1921 37.997.274.903
1920 31.091.390.28
vermeerdering 6.905.884.623
De stand van de houders van loopende Rekening
is aldus:
1921 5269 15.986.326.25 2.346.749.215
1920 450413.985.623.521.970.591.443
vermeerd. 765 2.000.702.73 376.157.77
Aantal Aantal Aantal
boerenleenbanken. leden. spaarboekjes.
Aantal Nieuwe Terugbetaald
voorschotnemers voorschotten op voorschotten
Aantal Debiteuren Crediteuren
rekeninghouders
Dr. Deckers vergist zich blijkbaar, als hij in De Maasbode
van 11 Juli jl. schrijft, dat op 31 December 1921 er bij de verschil»
lende boerenleenbanken 3430 leden minder waren dan op 31 Decem»
ber 1920.