618 van de Hanzebank te 's Hertogenbosch met de andere Hanzebanken heeft onze Centrale geenerlei relatie volkomen gedekt is, zoodat er voor geen cent risico bestaat bij deze belegging. Deze dekking, bestaande in effecten en vorderingen, op hunne beurt door hypo* theken en borgtochten verzekerd, is na expresselijk daarnaar ingesteld deskundig accountantsonderzoek, als overvloedige zekerheid voor onze vordering verklaard. Zelfs mag ik hieraan toevoegen, dat ons van deskundige zijde is medegedeeld, dat onze zekerheid eigenlijk wel ruim groot was, en dat ons Bestuur toch wel wat al te voorzichtig was geweest door zooveel onderpand voor hare vordering te eischen. Ons Bestuur echter, als steeds van meening, dat de ons toevertrouwde gelden onzer boeren niet solied genoeg kunnen worden belegd, heeft gemeend ook de meest zekere en overvloedige onder* panden te moeten vergen, om des te geruster ten aan* zien dezer belegging te kunnen zijn, en op alle gebeurlijk* heden steeds te blijven voorbereid. Er behoeft dus, Mijnheer de Voorzitter, niet de minste ongerustheid te bestaan, dat onze Centrale Bank eenig verlies op deze belegging zal lijden. Na deze toelichting bepleitte de afgevaardigde van Breda de winstverdeeling aldus te wijzigen, dat er 25.000 zou kunnen gegeven worden aan het katholieke land* en tuinbouw=onderwijs. Spreker wijdde uit over de noodzakelijkheid van dit onderwijs, en wilde dit rijkelijk door de Centrale Credietorganisatie gesteund zien. De Voorzitter van het Bestuur, de heer Fleskerts, die zijn volle sympathie voor het land* en tuinbouwonder* wijs betuigde, was van meening, dat het een gevaarlijk praecedent zou wezen, als men zulke voorstellen, welke zoo maar staande de vergadering, gedaan worden, zoo maar zou aannemen. Noch Bestuur, noch Raad van Toe* zicht hebben erover kunnen beraadslagen, want dit voorstel was hun geheel onbekend. Het Bestuur was van oordeel, dat de Centrale Bank de Centrale Stands*

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 6