616 een kort overzicht van de financieele positie van onze Centrale Bank. Ten gevolge van de jongste statutenwijziging is de grondslag onzer Centrale in overeenstemming met den gestadigen aangroei van toevertrouwde gelden aanmer* kelijk verstevigd. Iedere Boerenleenbank immers, lid onzer Centrale, heeft deelgenomen voor 3 aandeelen ad 1000.elk, ieder medebrengende een aansprakelijk* heid van 1000.terwijl per 20.000.crediet één aandeel met bijbehoorende aansprakelijkheid moet wor* den bijgenomen. Het aandeelenkapitaal bedraagt alzoo per 31 Decem* ber 1922, vermeerderd met de aansprakelijkheid: 4.124.000.—. Daarbij komt, nadat de verlies* en winstrekening zal zijn vastgesteld, aan reserves 2.160.862.80, zoodat dus aan eigen kapitaal en reserve in onze Bank zit een bedrag van 6.284.862.80; zegge: zes millioen twee hon* derd vier en tachtig duizend gulden acht honderd twee en zestig gulden en tachtig cent. Nog kan ik er bijvoegen, dat vanaf 1 Januari tot 1 Juni jl. op het Reservefonds weerom een koerswinst geweest is van j 500.000. En niet enkel de Centrale Organisatie beschikt over groote reserves, ook de aangesloten boerenleenbanken, wier soliditeit op de eerste plaats gegrond is op de onbeperkte aansprakelijkheid van de leden, hebben reserves kunnen maken, welker bedrag in totaal meer dan 2.500.000 bedraagt. Ik meen, geachte Vergadering, dat al deze cijfers voor zich zelf spreken, en dat zij een reden voor ons zijn, om met een gerust hart de toekomst tegemoet te gaan. Zoo ooit, dan mogen wij thans met blijdschap en dankbaar* heid constateeren, dat onze Bank er werkelijk schitte* rend voorstaat, en dat het monumentale gebouw van ons landbouwcredietwezen, op hechte basis opgterokken, vaster en steviger staat dan ooit. Gods Zegen heeft rijkelijk gerust op onzen arbeid, maar naast Hem, Dien wij daarvoor eerbiedig danken, is dit schoone resultaat

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 4