614
964.358.72. Zegge: Negen honderd vier en zestig dui*
zend drie honderd acht en vijftig gulden 72 cent.
Hadden wij in het verleden jaren lang aanzienlijke
koersverliezen te boeken op onze effecten, geleidelijk
heeft deze minder gunstige toestand zich hersteld, en
zoo zagen wij na de koerswinst van 1921 ook over 1922
wederom de beurswaarde van ons effectenfonds met een
aanzienlijk bedrag n.1. ruim 518.000.vooruitgaan.
Omdat het nu natuurlijk nooit uitgesloten is, dat de
toekomst weer schommelingen in de koersen der effec*
ten gaat brengen, meenen wij, dat het een verstandige
financieele politiek is, om reeds nu ons voor te bereiden
op die mogelijke koersdalingen door 500.000.van
onze winst tot reserve voor effectenkoersverliezen te
bestemmen. Treden dan in de toekomst onverhoopt
weder dalingen in de beurswaarde onzer effecten in,
dan zijn wij door het in het leven roepen dezer reserve
daartegen nog beter gewapend, dan wanneer alleen uit
de gewone jaarlijksche bedrijfswinst dit risico zou moes
ten worden gedekt.
Naast de mogelijke verliezen op effectenbeleggingen,
bestaat er evenzeer altijd de mogelijkheid, dat op andere
beleggingen schade geleden wordt. Vooral in den hui*
digen tijd van malaise meent ons Bestuur, dat een voor*
zich tig beleid medebrengt, tijdig af te schrijven op de
credieten aan de vele landbouwvereenigingen, als zuivel*
fabrieken, veilingsvereenigingen, aan* en verkoopver*
eenigingen, maalderijen, etc., wier financieering de Cen*
trale Bank zich nog steeds tot taak rekende. Vandaar
dat de verlies* en winstrekening aangeeft: 200.000.
ter afschrijving op het beleggingsobject: landbouw*
debiteuren te reserveeren.
Op de dan resteerende winst van 264.358.72 de
voorschriften van ons artikel 49 der Statuten toepas*
sende, zien wij, dat 10% of 26.435.87 worden toe*
gevoegd aan de reserve. Vervolgens wordt het dividend
a 6% (het maximum) eveneens conform de bepalingen
der Statuten van de winst afgenomen hetgeen uitmaakt