600 Zoowel de bevoegdheden als de plichten moeten rus* ten op de statuten; want de statuten gelden als eene Wet voor de leden eener vereeniging. Wanneer dan ook leden van het Bestuur iets zouden doen, waartoe zij ingevolge de statuten niet bevoegd zijn, dan gaan zij hunne bevoegdheid te buiten, en zijn dan persoonlijk aansprakelijk voor de gevolgen van hunne daad. Zoo, bijvoorbeeld, schrijven de statuten voor, dat de besluiten moeten genomen worden met volstrekte meerderheid van stemmen van alle leden, waaruit Be* stuur en Raad van Toezicht behooren te bestaan. Indien het Bestuur uit 5 leden moet bestaan, dan moeten steeds 3 leden vóór een voorstel stemmen, wil het aangenomen zijn. Zouden nu echter van de 5 leden van een Bestuur slechts 3 ter vergadering komen, dan kunnen deze 3 geen besluiten nemen, tenzij met algemeene stemmen. En indien 2 van de 3 leden vóór een voorstel zouden zijn, en zouden zeggen: „wij hebben toch de meerder* heid in deze vergadering, en wij zullen het aangenomen voorstel laten uitvoeren" dan is dit tegen de statuten. Een ander voorbeeld: wanneer het Bestuur eener boe* renleenbank gelden zoude uitleenen, waartoe de goed* keuring der Centrale Boerenleenbank vereischt wordt, zonder deze goedkeuring te vragen, dan handelen zij tegen de Statuten. In zulke gevallen zijn zij persoonlijk aansprakelijk voor de gevolgen hunner daad, als zij der* gelijke besluiten zouden doen uitvoeren. Maar behalve door de statuten, zijn ook de bevoegd* heden en plichten van Bestuur en Raad van Toezicht bepaald door de Algemeene Vergadering. Met inachtneming van de Statuten kan de Algemeene Vergadering besluiten nemen, waaraan Bestuur en Raad van Toezicht zich hebben te houden. Wanneer, bijvoor* beeld, de Algemeene Vergadering besloten heeft, dat aan één en denzelfden persoon geen hooger bedrag dan 2000.mag uitgeleend worden, zijn Bestuur en Raad van Toezicht verplicht bij eene credietverleening deze som niet te overschrijden. Zouden zij het toch doen, dan

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 8