598 en ter schepping van waarborgen voor de juiste toepas* sing in de praktijk, zijn zoowel Bestuur als Raad van Toezicht en Commissie van Advies als de hoogste mach* ten in onze organisatie, in de beslissing over het al of niet*ontvangen van bijdragen door de boerenleenban* ken gemoeid. Den weg, dien men zich voorstelt, dat daarbij ware te volgen, vindt U neergelegd in art. 19 e. Ten einde te bereiken, dat behalve het Bestuur der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank, ook de Raad van Toezicht en de Commissie van Advies zouden medewerken tot de beslissing in alle aangelegenheden, de gemeenschappelijke reserve betreffende, werden deze lichamen in art. 19 g (het thans geldende artikel 19 c) ingelascht. Statuten-wijziging N. V. Boeren-Hypotheekbank. In de a.s. Algemeene Vergadering van aandeelhouders in de N. V. Boerenhypotheekbank zal de volgende wij* ziging in de statuten worden voorgesteld: Voorgesteld wordt in art. 45 eerste lid in plaats van de tegenwoordige redactie: „Zoodra en zoolang het reservefonds gelijk is aan de helft van het verplicht ge* storte kapitaal enz." te lezen: „Zoodra en zoolang het reservefonds gelijk is aan de helft van het geplaatste kapitaal enz." Toelichting. Het reservefonds heeft, na de toevoeging van de winst van dit boekjaar, bijna de grens bereikt, die het thans geldende artikel aangeeft.. Aangezien echter een reserve* fonds van maximum 30.000 beslist onvoldoende is te achten voor een instelling van den omvang, als de Boerenhypotheekbank op het oogenblik reeds heeft be* reikt, en die zich gestadig blijft uitbreiden, is het noodig geworden, de mogelijkheid te openen tot het opvoeren van dit reservefonds. Is dit van belang voor de aandeelhouders, evenzeer

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 6