597 lijke Reserve, om op de gewone wijze over al de reserve* rekeningen der leden te worden verdeeld. Toelichting. Ter uitvoering van de toezegging op de vorige Alge* meene Vergadering, wordt U hierbij aangeboden een concept*aanvulling van het Huishoudelijk Reglement, betrekking hebbende op de voorwaarden, waaronder uitkeeringen uit deze gemeenschappelijke reserve kun* nen worden gedaan aan de aangesloten Boerenken* banken. Hierbij is uitgegaan van het beginsel, dat reeds in het thans geldende Huishoudelijk Reglement is neergelegd, dat bij verliezen bij eene plaatselijke Boerenleenbank geleden, eerst haar eigen reservefonds zal worden aan* gesproken. Is dit onvoldoende om het verlies te dekken, dan kan de boerenleenbank aanspraak maken op het gedeelte der gemeenschappelijke reserve, dat ten haren name geboekt staat volgens art. 19 a van het Huishoude* lijk Reglement. De bijdrage, die eene boerenleenbank uit de gemeenschappelijke reserve ontvangen kan, is nooit grooter dan het bedrag, dat de reserverekening, in dit art. 19 a bedoeld, aangeeft. Een tweede beginsel, dat eveneens reeds thans in hoofdtrekken in het Huishoudelijk Reglement is neer* gelegd, en dat bij de U hier aangeboden concept*wijzigin* gen nader is uitgewerkt, is, dat het beheer bij de boeren* leenbank, die aanspraak maakt op een uitkeering, be* hoorlijk moet zijn gevoerd. Art. 19 d geeft deze voor* waarden nader aan. Ten einde te voorkomen, dat, wanneer door handelen of nalaten van Bestuur, Raad van Toezicht of Kassier als bedoeld en nader omschreven in art. 19 d, lid 1, sub 3° en 4°, verliezen zouden zijn geleden, door de toepas* sing van dit artikel de leden der betreffende boerenleen* bank schade zouden lijden, is in het tweede lid de mogelijkheid opengelaten, dat dan tóch een bijdrage zou kunnen worden genoten. Ter bevordering van een regelmatigen gang van zaken,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 5