5 of nalaten van Bestuur, Raad van Toezicht of Kassier als bedoeld en nader omschreven in art. 19 d, lid 1, sub 3° en 4°, verliezen zouden zijn geleden, door de toepas* sing van dit artikel de leden der betreffende boerenleen* bank schade zouden lijden, is in het tweede lid de mogelijkheid opengelaten, dat dan tóch een bijdrage zou kunnen worden genoten. Ter bevordering van een regelmatigen gang van zaken, en ter schepping van waarborgen voor de juiste toepas* sing in de praktijk, zijn zoowel Bestuur als Raad van Toezicht en Commissie van Advies als de hoogste mach* ten in onze organisatie, in de beslissing over het al of niet=ontvangen van bijdragen door de boerenleenban* ken gemoeid. Den weg, dien men zich voorstelt, dat daarbij ware te volgen, vindt U neergelegd in art. 19 e. Ten einde te bereiken, dat behalve het Bestuur der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank, ook de Raad van Toezicht en de Commissie van Advies zouden medewerken tot de beslissing in alle aangelegenheden, de gemeenschappelijke reserve betreffende, werden deze lichamen in art. 19 g (het thans geldende artikel 19 c) ingelascht.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 45