4
van het oprichten en toetreden van een nieuwe Boeren*
leenbank, kan door het Bestuur der Coöp. Centrale Boes
renleenbank, Raad van Toezicht en de Commissie van
Advies in overleg met het oude lid een gedeelte van de
reserverekening van het oude lid worden overgeschre*
ven op het nieuwe lid.
Bij niet=toepassing van het eerste lid van dit artikel
vervalt het vrijkomende bedrag aan de Gemeenschappen
lijke Reserv^, om op de gewone wijze over al de reserves
rekeningen der leden te worden verdeeld.
Toelichting.
Ter uitvoering van de toezegging op de vorige Algen
meene Vergadering, wordt U hierbij aangeboden een
conceptnaanvulling van het Huishoudelijk Reglement,
betrekking hebbende op de voorwaarden, waaronder
uitkeeringen uit deze gemeenschappelijke reserve kunn
nen worden gedaan aan de aangesloten Boerenleenn
banken.
Hierbij is uitgegaan van het beginsel, dat reeds in het
thans geldende Huishoudelijk Reglement is neergelegd,
dat bij verliezen bij eene plaatselijke Boerenleenbank
geleden, eerst haar eigen reservefonds zal worden aan;
gesproken. Is dit onvoldoende om het verlies te dekken,
dan kan de boerenleenbank aanspraak maken op het
gedeelte der gemeenschappelijke reserve, dat ten haren
name geboekt staat volgens art. 19 a van het Huishouden
lijk Reglement. De bijdrage, die eene boerenleenbank uit
de gemeenschappelijke reserve ontvangen kan, is nooit
grooter dan het bedrag, dat de reserverekening, in dit
art. 19 a bedoeld, aangeeft.
Een tweede beginsel, dat eveneens reeds thans in
hoofdtrekken in het Huishoudelijk Reglement is neem
gelegd, en dat bij de U hier aangeboden concept*wijzigin=
gen nader is uitgewerkt, is, dat het beheer bij de boeren*
leenbank, die aanspraak maakt op een uitkeering, be*
hoorlijk moet zijn gevoerd. Art. 19 d geeft deze voor*
waarden nader aan.
Ten einde te voorkomen, dat, wanneer door handelen