11 dit ooit gebeuren, dan zal nog bij de Statuten voorzien worden, dat dit Gemeenschappelijk Reservefonds zoo spoedig mogelijk zal worden hersteld. De plaatselijke boerenleenbanken zullen een beroep kunnen doen op dit Gemeenschappelijk Reservefonds zoodra haar eigen Reservefonds is uitgeput. Zij zullen dan dat gedeelte ervan kunnen ontvangen, wat op hare Rekening geboekt is. Is dit gedeelte meer dan zij noodig hebben, om het verlies, dat de Balans aanwijst, te dek* ken, dan blijft het overige in het Gemeenschappelijk Reservefonds staan. De beslissing of, en hoeveel aan eene plaatselijke boe* renleenbank zal worden uitgekeerd berust bij het Be* stuur en den Raad van Toezicht van de Centrale Boeren* leenbank die geen beslissing zal nemen, dan na de Commissie van Advies gehoord te hebben. Daaren* boven zal aan de Algemeene Vergadering een Reg* lement ter goedkeuring worden voorgelegd, waarin nader de voorwaarden zullen geregeld worden, die bij de uitkeeringen uit het Gemeenschappelijk Reserve* fonds zullen gevolgd worden. Het Gemeenschappelijk Reservefonds is dus, juridisch beschouwd, eigendom van de Coöp. Centrale Boeren* leenbank. Daaruit volgt 1. dat het beheer berust bij de Centrale Boerenleen* bank, zooals zooeven gezegd; 2. dat eene plaatselijke boerenleenbank niet de min* ste aanspraak op het op hare Rekening geboekte deel van het Gemeenschappelijk Reservefonds kan doen gelden, zoodra zij het lidmaatschap van de Centrale Boerenleenbank verliest. Wel kan, bij het bovenbedoeld Reglement, de moge* lijkheid opengelaten worden, om bij geheel buitengewone omstandigheden, de geheele som of een gedeelte van het op hare Rekening geboekte, uit te keeren aan de uittredende boerenleenbank, of over te dragen aan eene

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 31