5 aandeelemkapitaal met de daaraan verbonden aansprak kelijkheid en het reservefonds gedekt is. Met het oog op de meening der bovengenoemde rechtsgeleerden, die boven het aandeel eene aansprake* lijkheid vorderen, heeft het Bestuur gemeend de ver= hooging van den waarborg niet te moeten zoeken in het vermeerderen van het aandeelen kapitaal voor iedere bank, maar in de verbinding van de aanspraken lijkheid met ieder genomen aandeel. De boerenleenbanken, die gelden bij de Coöp. Cern trale Boerenleenbank belegd hebben, blijven dus, even* als thans, drie aandeelen behouden, maar aan ieder aandeel wordt eene aansprakelijkheid van duizend gub den verbonden. Van de boerenleenbanken, die credieten van de Coöp. Centrale Boerenleenbank ontvangen, wordt gevraagd één aandeel te nemen voor de crediebopening van 20.000 of gedeelte ervan. De bepaling, dat de boerenleenbankemdebiteuren meer aandeelen moeten nemen dan de boerenleenbank ken, die het geld ter beschikking stellen van de Cen* trale Boerenleenbank heeft steeds gegolden bij de Coöp. Centrale Raiffeisenbank te Utrecht en bij de Centrale Boerenleenbank van den Belgischen Boerenbond te Leuven. Bij de Centrale Raiffeisenbank te Utrecht wordt, behalve voor de eerste 10.000 het nemen van één aandeel van 500 gevorderd voor iedere verdere cre= diet=opening van 10.000. En wijl aan ieder aandeel eene aansprakelijkheid verbonden is van 2000, moet dus eene boerenleenbankkdebiteur voor iedere 10.000 een waarborg geven van 2.500. Bij de Middencredietkas te Leuven wordt gevorderd één aandeel van fr. 100 voor iedere credietkopening van fr. 1000. En wijl aan ieder aandeel nog eene aansprakek lijkheid verbonden is tot fr. 1000, zoo moet daar iedere

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 25