2
aandeel van 1000,zou nemen; in de Algemeene
Vergadering van den 26en Juni 1905 werd dit aantal
op twee gebracht en in de Algemeene Vergadering van
den 18 Mei 1914 op drie.
Door deze vermeerdering van het Aandeelen*Kapitaal
zou waarschijnlijk voor geruimen tijd de goede ver»
houding bewaard zijn gebleven, indien niet de snelle
uitbreiding van het boerenleenbankwezen, vooral tem
gevolge der bijzondere toestanden, ontstaan door den
wereldoorlog, deze goede verhouding hadde gebroken.
In één jaar, van 1914 tot 1915 verdubbelden de deposi*
to's bij de Centrale Boerenleenbank, en in 1919 waren zij
nagenoeg vertienvoudigd.
In den beginne had het Bestuur der Centrale Boeren*
leenbank gemeend, dat deze vermeerdering van zeer
tijdelijken aard zou wezen; maar thans blijkt, dat de in*
leggers bij de boerenleenbanken, -zeer terecht -
hun geld in deze abnormale tijden nergens veiliger
achten, dan bij deze soliede instellingen; en zoo zijn
de deposito's bij de Centrale Boerenleenbank in de
laatste jaren zeer hoog gebleven.
Nu deze toestand eenigermate bestendigd blijft, acht
het Bestuur der Centrale Boerenleenbank dan ook de
tijd gekomen, om voorstellen te doen, ten einde het
Aandeelen*Kapitaal te vergrooten. Deze verhooging zal
eensdeels gevonden worden door vermeerdering van
het aantal aandeelen, en van den anderen kant door
de bepaling, dat ieder aandeel daarenboven nog eene
aansprakelijkheid zal medebrengen, omdat volgens de
meening van rechtsgeleerden, die in de laatste jaren veld
wint, de Wet op de Coöperatieve Vereenigingen bij het
nemen van aandeelen bovendien nog eene zekere aan*
sprakelijkheid voor de verbintenissen der vereeniging
vordert. Deze maatregel is in het belang van alle boeren*
leenbanken, zoowel van de boerenleenbanken, die
spaargelden bij de Centrale Bank beleggen, en door
een hooger aandeelen kapitaal de soliditeit der Centrale
Boerenleenbank zien toenemen, als van de boerenleen*
banken, die gelden van de Centrale Boreleenbank ko*