BIJLAGE II. Voorstel tot verhooging van het aandeelen kapitaal der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank. Het Bestuur der Coöp. Centrale Boerenleenbank heeft het zich steeds tot plicht gerekend, deze instelling op zulke soliede basis te grondvesten, dat de plaatselijke boerenleenbanken met volle gerustheid hare overtollige spaargelden aan haar konden toevertrouwen. Om deze reden heeft o.a. het Bestuur steeds zorg ge* dragen, dat het aandeelemkapitaal der Centrale Boeren* leenbank in eene goede verhouding stond tot de bij haar gedeponeerde gelden. Tamelijk algemeen geldt als beginsel bij de Centrale Boerenleenbanken in de verschillende landen, dat het aandeelen=kapitaal, gevoegd bij de aansprakelijkheid en het Reservefonds, ongeveer Vio of 10% dient te bedragen van de gedeponeerde gelden. Zoo zegt o.a. Hallstein, de Directeur der Centrale Boe* renleenbank te Posen in een door het „Reichsverband der deutschen landwirtschaftlichen Genossenschaften" bekroond werk: „Het is (ook in het belang der liquidi* „teit) van groot gewicht, de aandeelen in een juiste „verhouding tot het gedeponeerde kapitaal te brengen, „en wel zouden de aandeelen minstens 10 percent ervan dienen te bedragen". 1) Het Bestuur der Centrale Boerenleenbank heeft zich steeds door evengenoemd beginsel laten leiden, zooals de hier volgende statistiek aantoont; en dientengevolge heeft het telkenmale, zoodra dit wenschelijk bleek het I aandeelenkapitaal trachten te verhoogen en de Alge* meene Vergadering heeft een desbetreffend voorstel ook steeds goedgekeurd. Bij de oprichting der Centrale Boerenleenbank werd bepaald, dat iedere aangesloten boerenleenbank één Masznahmen zur Liquiderhaltung derHLinzel und Zcntrabgenos* senschaften. bl. 149.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 21