609
Wij vertrouwen daarom, dat de medewerking, waars
voor het Centraal Bureau bij schrijven van 17 April j.1.
ons verzoekt zijn oprechten dank aan alle Heeren
Kassiers, die ze betoonden, over te brengen, dit jaar
algemeen zal zijn, en ook dat de honderd drie en veertig
Boerenleenbanken, welke in 1922 in gebreke bleven, dit
jaar de vragenlijsten ingevuld aan het Centraal Bureau
te 's=Gravenhage zullen inzenden.
Raiffeisen's Testament.
De vader der spaar* en voorschotbanken, Raiffeisen,
stierf den 11 den Maart 1888 te Neuwied, aan de boorden
van den Rijn. Reeds ziek en bijna blind, presideerde hij
den lsten Juni 1887 te Dusseldorf voor de laatste maal
de algemeene vergadering der aangesloten vereenigin*
gen van spaar* en voorschotbanken. Hij besloot dien dag
zijn laatste algemeen overzicht met aan te geven, als in
een plechtige uiterste wil, de grondbeginselen van het
spaar* en voorschotwezen, als volgt:
„Onze vereenigingen hebben ten doel te vechten tegen
den geest der wereld, de zelfzucht, de winstkoorts, deze
strijd voor het tegenwoordig bestaan, waarin men zoo*
veel en zoo snel mogelijk de stoffelijke goederen van
deze wereld zoekt te bemachtigen, zonder zich erom te
bekommeren of anderen daardoor worden geruineerd
en in 't ongeluk gestort. Om deze taak goed te begrijpen,
moet men zich verplaatsen aan het einde van ons leven,
de eeuwigheid.
Onze christenplicht is de grondslag van ons werk te
laten voortbestaan. Jezus Christus zeide ons: wat gij
aan den minste onder U hebt gedaan, dat hebt gij aan
Mij gedaan. Bedenkend dat wij werken voor Hem, voor
God, vindt men de kracht en het uithoudingsvermogen,
om zich niet te laten beïnvloeden door ingevingen van
lagere orde als die van eer en geld en niet te laten ont*
Dit stuk is ontleend aan het Algemeen Nederlandsch Landbouw
weekblad van 21 April 1923.