602 Het kan immers voorkomen, dat een of meer leden benoemd worden, die op de Algemeene Vergadering afwezig zijn, of de aanname hunner benoeming in be* raad wenschen te houden. Zouden zij hunne benoeming niet aanvaarden, dan moet er eene nieuwe Algemeene Vergadering worden gehouden, en in dien tusschentijd zou er geen voldoende aantal leden van Bestuur of van Raad van Toezicht kunnen in functie zijn, om besluiten te nemen. Deswege is bepaald, dat de aftredende leden in bediening blijven tot het vaststaat, dat er nieuwe leden optreden. 2. Binnen drie maanden na het openvallen van een plaats in Bestuur of Raad van Toezicht, moet er eene Algemeene Vergadering gehouden worden, om in de vacature te voorzien. Zou de Raad van Toezicht van oordeel zijn, dat het wensc'helijk is de opengevallen plaats in het Bestuur tijdelijk aan te vullen, dan kan deze een plaatsvervanger uit zijn midden aanstellen. Hieruit volgt, dat de Raad van Toezicht hiertoe niet verplicht is. Wel wordt de keuze van een plaatsvervangend bestuurslid beperkt tot iemand, die lid is van den Raad van Toezicht, zoodat een gewoon lid eener boerenleenbank niet tot plaats* vervangend bestuurslid benoembaar is. 3. Gewoonlijk berusten alle boeken en bescheiden der boerenleenbanken op het kantoor van den kassier. Maar zoude een of ander boek, bijvoorbeeld het No* tulenboek, bij een der leden in bewaring zijn, wat niet aan te bevelen is, dan zoude het aftredend lid verplicht zijn dit boek aan het Bestuur te overhan* digen. Dit geldt natuurlijk eveneens voor welke boeken en bescheiden ook, die aan de boerenleenbank toe* behooren, bijv. borgstellingen van den Kassier. 4. De Coöperatie*wet vordert dat in een Register, dat kosteloos ter inzage moet liggen, eene voldoende aanwijzing moet zijn opgenomen van naam en woon* plaats der bestuurders en commissarissen (leden van Raad van Toezicht) zoo die er zijn. In de statuten der boerenleenbanken is eenzelfde bepaling opgenomen; er

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 10