MEDEDEELINGEN No. 81. MAART 1923 VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN Aan Heeren leden van het Bestuur en van den Raad van Toezicht der aam gesloten boerenleenbanken. Mijne Heeren, Het is ons gebleken, dat bij enkele boerenleenbanken de Inspectierapporten, opgemaakt na de jaarlijksche controle van iedere plaatselijke boerenleenbank, niet steeds behandeld worden in eene vergadering van het Bestuur en van den Raad van Toezicht. En toch is het van het hoogste belang, dat deze Inspectierapporten volledig voorgelezen en behandeld worden. Immers, in deze rapporten wordt gewezen op al hetgeen in het belang der boerenleenbank dient te geschieden, en alle eventueele fouten of onnauwkeurigheden worden aan* gegeven. Er zijn vele onnauwkeurigheden, bijvoorbeeld bij het invullen of teekenen van schuldbekentenissen, die gemakkelijk kunnen hersteld worden ,als er tijdig voor gezorgd wordt; wacht men hiermede echter, dan kan daardoor voor de Boerenleenbank groote schade onC staan, als de schuldenaar of de borg overleden is, of rectificatie weigert enz. Om te bevorderen, dat bij al de aangesloten boeren= leenfcahken de Inspectierapporten worden voorgelezen en behandeld, verzoekt het Bestuur der Centrale Boe= renleenbank, dat het bewijs van ontvangst van het Inspectierapport behalve door den Directeur der Boes renleenbank zooals thans geschiedt ook zal getee* kend worden door den President van den Raad van Toezicht. Daarenboven verzoekt het Bestuur der Centrale Boe= renleenbank, dat het Inspectierapport ter kennis zal

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 1