548
evenals alle andere leden, voor die verliezen aansprake:
lijk, wijl zij allen onbeperkt aansprakelijk zijn.
Daarom moeten hier de christelijke liefde en het om
derling hulpbetoon de drijfveeren zijn, waarom de leden
van Bestuur en van Raad van Toezicht dezen last op
zich nemen.
En wanneer de oprechte christelijke liefde de eenige
drijfveer is, dan zal het loon van hun werken groot zijn
bij den goeden God. Want als het verdienstelijk is de
armen te helpen en bij te staan, dan is het toch nog veel
verdienstelijker zorg te dragen, dat iemand niet tot
armoede vervalt, evenals het mooier is iemand voor een
zwaren val te behoeden, als hem op te helpen als hij
gevallen is, en gewond en besmeurd ter neder ligt. En
dat doen onze boerenleenbanken, die zoo velen voor
armoede en ondergang bewaren.
Verder ligt in deze bepaling een der groote redenen
van de soliditeit der boerenleenbanken.
Want hoe dikwijls hoort men, dat handelszaken of
banken groote verliezen lijden, zelfs ten onder gaan,
omdat er gespeculeerd werd, d. w. z. omdat men zaken
kocht of gelden uitleende, waardoor zeer veel te verdie*
nen of te verliezen was. Werd er veel verdiend, dan
kwam een groot deel der verdiensten ten bate van de
bestuurders; maar werd er veel verloren, dan waren het
zeer dikwijls anderen, hetzij aandeelhouders, hetzij
schuldeischers, die de verliezen moesten lijden.
Waar nu bij de boerenleenbanken de leden van Be*
stuur en van Raad van Toezicht nimmer één cent kun*
nen verdienen, ook al zou de boerenleenbank nog zulke
groote winsten maken, daar zullen Bestuur en Raad van
Toezicht wel zorgen geen roekelooze ondernemingen te
wagen, want wordt er veel verdiend, zij ontvangen van
de winsten niets; en wordt erop verloren, dan zijn zij het,
die mede het verlies moeten dragen.
Men ziet, van welke waarde voor de soliditeit der boe*
renleenbanken de bepaling is, dat Bestuur en Raad van
Toezicht zonder bezoldiging hun ambt vervullen.