558
Hier denken wij vooral aan Art. 18 der Algemeene
Voorwaarden (hieronder afgedrukt) waarbij bepaald
wordt dat alle aflossingen, na het verleenen der provin*
ciale garantie gedaan, moeten dienen tot aflossing van
het onder die garantie verleend voorschot, behoudens
goedkeuring van de Provinciale Commissie en de Ge*
deputeerde Staten. Wanneer iemand een gegarandeerd
voorschot aanvraagt, en er loopt nog een ander voor*
schot, waarbij afbetaling bedongen is, dan zal de boe*
renleenbank zoo mogeijlk in overleg met de borgen,
moeten beslissen, of een nieuw voorschot wel zal ge*
geven worden, tenzij de bedongen aflossingen kunnen
worden voortgezet. Dit laatste zal van de zijde der
Boerenleenbank noodzakelijkerwijze geëischt moeten
worden in verband met de bepalingen van art. 49 harer
Statuten, waarvan niet mag worden afgeweken, zoowel
in het belang van de leden van de boerenleenbank als
van de borgen. Art. 18 der Algemeene Voorwaarden
is dus alléén te aanvaarden, wanneer op de door de
Boerenleenbank vroeger verleende voorschotten of ere*
dieten regelmatig dus volgens de vroeger aangegane
overeenkomst kan worden afgelost.
Nog meer gevaren kan Art. 22. opleveren.
Waar het hier zulke buitengewone gevallen betreft,
zal het Bestuur eener boerenleenbank, in het belang der
Bank zelve, verstandig doen, door te voren inlichtingen
aan de Centrale Boerenleenbank te vragen, die gaarne
verstrekt zullen worden.
Aan de mededeelingen, verstrekt door de Gedepu*
teerde Staten van Noord=Holland over de steunverlee*
ning aan tuinders, ontleenen wij het volgende:
Gedeputeerde Staten hebben zich beijverd, na van de
jongste beslissing der Regeering te hebben kennis ge*
nomen, zoo spoedig mogelijk, overeenkomstig het advies
van de organisaties der belangstellenden, tot de vaststel*
ling van eene definitieve regeling te geraken inzake het
verleenen van garantie aan de boerenleenbanken voor
de terugbetaling van voorschotten, aan de noodlijdende