556 voortvloeiende, heeft overgenomen, blijven, in geval van onvoldoende uitwinning van het wisselpersoneel en de voor de betaling der vordering gestelde persoonlijke en zakelijke zekerheid, tegenover den Staat voor het daaruit voortvloeiend verlies aansprakelijk. 12. De onderneming is verplicht aan den Minister of aan de Commissie alle inlichtingen te geven, welke door dezen in verband met de garantie mochten worden gewenscht, en haar boeken open te leggen ten onder; zoek door een door den Minister of door de Commissie aan te wijzen deskundige. De kosten van dit onderzoek komen ten laste van de onderneming. 13. De Minister behoudt zich voor, de gronden, welke tot weigering van de garantie geleid hebben, niet aan de onderneming en de bankinstelling mede te deelen. Nadere inlichtingen en aanvraagformulieren zijn te verkrijgen bij het Secretariaat der Rijkscommissie van Advies in zake de Exportcredieten, p.a. De Nederland; sohe Bank te Amsterdam. Naar aanleiding van de vaststelling van bovenstaande „Regelen", heeft een lid van de Tweede Kamer, die van oordeel was, dat deze regeling van weinig belang is voor den landbouw, de volgende vragen aan de Minis; ters van Financiën en van Binnenlandsche Zaken en Landbouw gesteld: I. Is het den Ministers bekend, dat de „Algemeene regelen betreffende het verleenen van gedeeltelijke Staatsgarantie voor uitvoertransacties" zooals die zijn medegedeeld in de Nederlandsche Staatscourant No. 24, jaar 1923, geenerlei opvoering van de werkgelegenheid voor de tuinders kunnen brengen, aangezien de afzet van tuinbouwproducten in hoofdzaak niet pleegt te ge; schieden op crediet, doch voor het overgroote gedeelte in consignatie aan buitenlandsche handelaren? II. Zijn de Ministers bereid maatregelen te over; wegen, waardoor de werkgelegenheid voor den tuinbouw

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 12