555 10. Zoodra een wissel, getrokken tegen eene door den Staat gedeeltelijk gegarandeerde uitvoertransactie, niet op den vervaldag betaald wordt, of, ingeval geen wissel getrokken is, door den kooper niet of niet ten volle aan zijne verplichtingen wordt voldaan, doet de onderneming of de bankinstelling, die den wissel ge* disconteerd heeft of de vordering, uit de transactie voortvloeiende, heeft overgenomen, hiervan onmiddeb lijk mededeeling aan de Commissie. 11. Blijft op de uit de uitvoertransactie voorts vloeiende schuldvordering, na uitwinning van het wis» selpersoneel en de voor de betaling dier vordering ges stelde persoonlijke en zakelijke zekerheid, een onbetaald bedi ag over, dan dient de onderneming binnen een dooi de Commissie te stellen termijn een verzoek tot uits betaling van het bedrag, waarop zij op grond van de garantie aanspraak meent te kunnen maken, met bijs voeging van bescheiden, bij de Commissie in. Is voor de uitvoertransactie crediet verleend door eene in Neder» land gevestigde bankinstelling, dan moet dat verzoek door deze bankinstelling zijn goedgekeurd. Na onderzoek doet de Commissie aan den Minister mededeeling van het door den Staat uit hoofde van de garantie verschuldigde bedrag. De uitbetaling geschiedt op aanwijzing van den Minister ten kantore van De Nederlandsche Bank te Amsterdam. Worden, na indiening van het in het eerste lid bes doelde verzoek, alsnog in mindering der vordering bes dragen ontvangen, waarmede bij de vaststelling van het door den staat verschuldigde bedrag geen rekening is gehouden, dan doet de onderneming of de bankinstels ling, die den wissel gedisconteerd heeft of de vordering, uit de transactie voortvloeiende, heeft overgenomen hiervan onmiddellijk mededeeling aan de Commissie! onder terugstorting van het op grond van de garantie te veel genotene op rekening van den Staat bij De Nes derlandsche Bank te Amsterdam. De onderneming en de bankinstelling, welke den wis» sel gedisconteerd heeft of de vordering, uit de transactie

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 11