535 deze zullen hunne bevrediging blijven zoeken in het bes zit van aardsche goederen en in het zoeken naar aards sche genietingen. Wel zullen deze den godsdienst van waarde achten voor de arbeiders en voor de lagere standen, als een middel om deze in bedwang te houden; maar zij vers geten, dat het voorbeeld, van boven gegeven, noodzakes lijk naar anderen doordringt, en dat de lagere standen, als ook bij hen de godsdienst is weggenomen, niet met schoone woorden en aalmoezen zullen tevreden zijn, maar desnoods door eene gewelddadige en bloedige res volutie hun deel in de aardsche goederen zullen ops eischen. Het is dringend noodig, dat de betere klassen een beter voorbeeld geven op godsdienstig gebied, en voors al, dat zij ook de helpende hand bieden, om de lagere klassen omhoog te heffen. In deze richting kunnen de op christelijken grondslag gestichte boerenleenbanken onschatbare diensten bes wijzen. Niet alsof door de oprichting dezer boerenleens banken plotseling alles zal veranderd worden, maar zij zullen medehelpen om den christelijken geest in de samenleving te doen terugkeeren. De Berlijnsche Professor in de Staathuishoudkunde, Dr. A. Held komt in zijne verhandeling over de boerens leenbanken van wetenschappelijk standpunt bezien, tot dezelfde gevolgtrekking als hij schrijft: „men moet de meening aannemen, dat de zedelijke krachten, welker bakermat het Christendom is, onontbeerlijk zijn, om de sociale vraag tot oplossing te brengen." Zonder deze zedelijke krachten, dat is, zonder erkenning van de plichten vooreerst ten opzichte van God, en dan ten opzichte van den evenmensch, zooals het Christendom zulks leert, en zonder het ernstige streven, om deze plichten te vervullen, is eene blijvende ontwikkeling en werkzaamheid van de boerenleenbanken eenvoudig onmogelijk. Daarom gevoelen wij ons verplicht, onops houdelijk deze waarheid te verkondigen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1923 | | pagina 3