513 Wel, het Bestuur ziet uit de boeken, dat deze Hendrik Janssen een tesgoed bij de boerenleenbank heeft wegens ingelegde spaargelden van 560. Dan schrijft het Bes stuur op een saldosbiljet (formulier 34 I.) dat het saldo van spaarboekje no. 30 is 560 en verzendt dit aan Hendrik Janssen, met het verzoek dit geteekend terug te zenden, als het met het spaarboekje overeenstemt, en als het niet zou overeenstemmen, dan bericht te zem den aan het Bestuur. Hetzelfde gebeurt met de houders van voorschotboeks jes en boekjes in loopende rekening, als deze op den bepaalden datum niet zijn binnengekomen. Op deze wijze moet iedere rekening gecontroleerd worden. En indien, zooals dikwijls gebeurt er menschen nalatig zijn, om de boekjes of de saldosbiljetten in te zenden, dan moet het Bestuur niet rusten, vooraleer alle boekjes of alle saldo-biljetten ontvangen zijn, al zouden de bestuursleden zelf hier en daar moeten bins nenloopen, om een saldosbiljet te krijgen. Laten de Besturen der boerenleenbanken deze cons tröle op de spaarboekjes, de voorschotboekjes en de boekjes in loopende rekening als een hunner meest erns stige plichten beschouwen; en dan zullen zij de boerens leenbanken voor veel schade bewaren, en den naam der kassiers onzer boerenleenbanken voor iederen smet vrijs waren. Verklaring van de Statuten der plaatselijke Boerenleenbanken. De onbeperkte Aansprakelijkheid. Welke zijn de plichten der leden? Art. 12. Indien bij de gerechtelijke of buitengerech telijke vereffening van den boedel der Boerens

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 5