524
geven voor de spaargelden en gevorderd voor de voor*
schotten;
3. door verhooging van de provisie;
4. door meerderen omzet van het bedrijfskapitaal;
Geene enkele credietinstelling zal het tegenwoordig
moeilijk vallen geld te plaatsen; want het gebrek aan
geld, wederom een gevolg van de daling der valuta, is
zoo groot, dat eene credietinstelling veel hoogere som*
men zou kunnen uitleenen, als zij er maar over kon be*
schikken. Maar alle praten zal niet helpen, als men het
geld niet lokt door hooge rente. Eene rente voor spaar
gelden van 45 percent is niet meer van onzen tijd. Hoe*
veel meer kan een flinke man er mee verdienen, die zelf
het geld uitleent of in waren belegt, of wel het aan een
groote bankinstelling op langeren termijn toevertrouwt!
Wellicht zal het geen half jaar meer duren, of men zal
ook in Duitschland 10 a 12 pet. voor spaargelden geven.
Wij hebben in Posen reeds dezen rentevoet en gedeelte*
lijk een nog hoogeren. En één jaar geleden vergenoegde
men zich nog met 24 pet.
De boerenleenbanken in Dutischland zullen dus ern*
stig moeten overwegen, of zij de rente voor de inlagen,
reeds met den len Januari 1923, niet beduidend zullen
verhoogen; met kleine verhoogingen van 12 pet. komt
men er niet. Men moet terstond een flinken sprong
maken.
Men zal tegenwerpen: Maar dat kunnen wij toch niet;
de voorschotnemers willen immers maar 67 pet. bèta*
len en wij zouden woekerwinsten nemen, als wij tot 15
pet. rente gingen vragen.
Volgens de ondervinding, die wij bij ons, in Polen,
gemaakt hebben, is het heden ten dage nevenzaak of
men 6 of 10 of 15 pet. voor credieten betaalt. Meestal
wordt immers veel meer door den credietnemer ver*
diend.
Is het nemen van 15 pet. woekerwinst? In geenen
deele. Ook 20 pet. niet bij de huidige verhoudingen. Wil
eene credietvereeniging heden ten dage blijven bestaan,
dan kan zij zich niet meer tevreden stellen met een ver*