501 3°. ieder lid kan in de Algemeene Vergadering eene stem uitbrengen, en daardoor mede beslissen over de hoofdzaken, waarvan het wel en wee der Boerenleens bank afhangen. Want in de Algemeene Vergadering worden de leden van het Bestuur en van den Raad van Toezicht en de Kassier gekozen; wordt vastgesteld hoe hoog het bedrag zal zijn, dat de Boerenleenbank aan spaargelden mag opnemen, hoeveel één lid aan voor* schotten mag ontvangen, enz. enz. 4°. ieder lid mag het ledenregister inzien, om te we* ten wie lid is of wie uitgetreden is; eveneens mag hij kennis nemen van het notulenboek der Algemeene Vers gadering, en van de jaarlijksche Rekening en Balans om aldus zich op de hoogte te stellen van hetgeen er in vroegere jaren besloten is. Deze inzage is kosteloos. Maar als hij een afschrift van deze stukken zou vers langen, heeft hij de kosten ervan te betalen, zooals deze door het Bestuur zullen worden bepaald. Het spreekt van zelf, dat het Bestuur geen hoogere kosten moet bes rekenen, dan het afschrijven vordert. Er is verder nog eene bepaling, dat eenieder, ook de nietsleden het recht hebben het leden register in te zien. Deze bepaling wordt door de Wet gevorderd bij de Boerenleenbanken, die volgens de Wet tot regeling der coöperatieve vereenigingen van 1876 zijn opgericht, zoos als blijkt uit het laatste lid van art. 11 dat luidt: Ieder heeft, gedurende den tijd dat het kam toor geopend is, recht op kostelooze inzage van het Register, en kan daarvan voor zijne rekening afschrift of uittreksel bekomen. Wijl het voor aldegenen, die met eene Boerenleens bank handelen, van het hoogste gewicht is te weten, wie lid is of wie voor zijn lidmaatschap mocht bedankt hebben, hebben ook de Boerenleenbanken die niet vols gens de coöperatieswet zijn opgericht, deze bepaling overgenomen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 5