Als een lid geen voldoende zekerheid kan stellen, of als het voorschot dient voor iets, waarmede geen land» bouwbelang gemoeid is, of als het Bestuur van oor* deel is, dat het voorschot slecht zal besteed wor* den, of als er eenige andere voorwaarde ontbreekt, dan moet het Bestuur zulk voorschot weigeren, en dan heeft het lid geen verder recht, dan zich te beroepen op den Raad van Toezicht, die in hoogste instantie beslist. Er wordt nog gezegd: „voor zoover de middelen toe* reikend zijn." dat wil zeggen, dat de Boerenleenbank over voldoende gelden moet beschikken, om te kun* nen uitleenen. Tot nog toe heeft nog geen enkele Boerenleenbank een bedrijfsvoorschot of bedrijfscrediet in loopende Re* kening behoeven te weigeren, omdat de gelden ont* braken; want als de Boerenleenbank zelve meer aan voorschotten of credieten had uitgegeven, dan zij aan spaargelden bezat, kon zij steeds voldoende middelen van de Centrale Boerenleenbank ontvangen. 2°. de leden mogen geld bij de Boerenleenbank uit* zetten tegen de rente, door de Algemeene Vergadering te bepalen. Bij vele Boerenleenbanken wordt ook spaargeld aan* genomen van nietdeden, maar deze hebben nooit een recht hiertoe, zoodat de Boerenleenbank steeds vrij blijft, om zulke bepaling in te trekken. Er is maar één reden, waarom het inleggen van spaar* gelden zou kunnen geweigerd worden, en wel, wanneer de hoogste som, die de Boerenleenbank mag opnemen, zou bereikt zijn. Veronderstel, dat de Algemeene Vergadering bepaald heeft, dat er niet meer dan 200.000 door de Boeren* leenbank mag opgenomen worden. Als dit bedrag be* reikt is, mag de kassier of het Bestuur geen geld meer voor de Boerenleenbank aannemen. Wel kan het Be* stuur aan de Algemeene Vergadering voorstellen, dit bedrag te verhoogen, maar vooraleer deze beslissing ge* vallen is, mag geen geld door de Boerenleenbank als spaargelden worden aangenomen. 500

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 4