493
overproductie is oorzaak, dat ook in het Binnenland
geen loonende prijzen gemaakt worden.
Vele tuinbouwers beleven daardoor zeer moeilijke
tijden, ja velen worden met ondergang bedreigd.
De hulp der Regeering is ingeroepen, en de wijze van
hulpverleening trekt veler aandacht.
Het is buitengewoon moeilijk om den juisten weg te
vinden. Als het vaststond, dat de malaise van tijdelijken
aard was, en dat dus allen te helpen waren met een
crediet, dat hen door de zware jaren heenhielp, zou tot
hulpvei-leening gemakkelijk te besluiten zijn. Maar door
deskundigen wordt de vraag gesteld, of er zulke opleving
in den tuinbouw te wachten is, dat de tuinbouw in zijn
huidige uitgestrektheid kan gehandhaafd blijven? En als
men deze vraag ontkennend moet beantwoorden, is de
Regeering dan wel in staat, en zelfs is het dan econo*
misch te verdedigen, dat allen gesteund worden?
Maar hoe men ook over deze moeilijke kwestie denke,
zeker is het, dat er toch ook bedrijven in den tuinbouw
sterk genoeg zijn, om eene, zelfs langere crisis te door*
staan, als zij tijdelijk aan crediet geholpen worden.
Zooals we reeds meermalen gezegd hebben, zullen
hier de boerenleenbanken de helpende hand moeten
bieden, maar toch op zulke wijze, dat zij voor even*
tueele verliezen behoed worden. Daarom zullen de boe*
renleenbanken geen crediet mogen verleenen, dat niet
ten volle gedekt is.
Dientengevolge is aan de Regeering om hulp ver*
zocht, bij voorbeeld door eene borgstelling van de zijde
der Regeering, eenigszins op dezelfde wijze als in oor*
logstijd bij het Middenstandscrediet, en later bij het
Kweekerscrediet is geschied.
Om het risico, dat de Regeering hierbij zou loopen te
verminderen, doet de heer C. van Sponsen, oud=presi*
dent*directeur van het Rijkskantoor van groenten en
fruit een middel aan de hand, dat hij als volgt in De Tijd
van 16 October j.1. uiteenzet:
M.i. zou er dan ook, al zou het eventueel te verleenen
crediet door de Boerenleenbanken verstrekt worden,