492 Art. 10. 3. Indien een lidmaatschap ophoudt door den dood, of doordat eene vereeniging op houdt te bestaan, wordt zulks zoodra mogelijk in het in Art. 5 bedoelde register aangetee kend, naast den naam van het betreffend lid, met vermelding van den dag van het oven lijden of van dien, waarop de vereeniging heeft opgehouden te bestaan. Bij de Centrale Boerenleenbank wordt aanteeke* ning gehouden van alle leden der bij haar aangesloten boerenleenbanken. Deze regeling is van veel waarde, omdat daardoor het Bestuur der Centrale Boerenleenbank steeds op de hoogte blijft van het aantal en van de kwaliteit der leden, zoodat zij bijzondere maatregelen kan nemen, indien bij de eene of andere boerenleenbank vele of de meest gegoede leden zouden uittreden. Dientengevolge is aan het Bestuur van iedere boeren* leenbank de plicht opgelegd, de Centrale Boerenleen* bank van alle wijzigingen in het Ledenregister op de hoogte te houden. Deze verplichting wordt opgelegd door de Statuten der Boerenleenbanken in Art. 10. 4. Het Bestuur doet van de inschrijving van iedere opzegging en ontzetting, en van iedere aanteekening in gevolge het 3e lid van dit artikel binnen een maand mededeeling aan het Bestuur der Coöperatieve Centrale Boe renleenbank. De crisis in den Tuinbouw» Al beleeft de landbouw geen gunstige tijden, toch is de toestand in den tuinbouw veel benarder. Het afzetgebied is door den ellendigen toestand in het Buitenland zeer ingekrompen, en de daardoor ontstane

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 12