49! De Wet op de Coöperatieve Vereenigingen zegt: Art. 15. Ontzetting van het lidmaatschap, in de ge vallen en op de xvijze bij de statuten bepaald, heeft geen gevolg vóór hare inschrijving in het bij art. 11 bedoelde register, met inachtneming van het bij no. 3 van dat artikel bepaalde. In art. 11 no. 3 wordt gezegd, dat het tijdstip van de ontzetting uit het lidmaatschap moet ingeschreven worden. In de Statuten der Boerenleenbanken wordt bepaald: Art. 10. 2. De ontzetting van het lidmaatschap heeft geen gevolg vóór haar inschrijving in het bij art. 5 bedoelde register, naast den naam van het ontzette lid, met vermelding van het tijdstip der ontzetting. Van een besluit tot ontzetting wordt bovendien bij aangeteekend schrijven kennis gegeven aan het ontzette lid. Zoolang de inschrijving van eene ontzetting niet ge* schied is, moet derhalve het lid, tegen wien de ontzet* ting is uitgesproken, nog als lid beschouwd worden, en mag het in eene Algemeene Vergadering eene stem uitbrengen volgens art. 11, 1. 3e. Opdat een lid niet onkundig blijve van zijne ont* zetting, schrijft bovengenoemd artikel der Boerenleen* banken voor, dat hem dit bij aangeteekend schrijven worde medegedeeld. Het Ledenregister moet voor ieder lid, en voor een* ieder, die dit wil inzien, een juist beeld geven van den waren toestand. En wijl het lidmaatschap ophoudt door den dood, en bij vereenigingen, door dat zij ophouden te bestaan, moet ook in deze gevallen aanteekening in het Leden* register geschieden. Daarom zeggen de Statuten der Boerenleenbanken:

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 11