475 nen vex-kondigen nu wel met luider stemme, dat het be* staande landbouwcrediet niet in staat is om hulp te verleenen in den nood der tijden en dat middelen ge* vonden moeten worden om de bestaande pachtcontrac* ten te ontbinden of althans de pachtprijzen te verlagen, maar men vergete te midden van dat geschreeuw niet, dat het landbouwcrediet nooit tot taak gehad heeft en ook nimmer hebben mag om de koop* en pachtprijzen van landerijen in het onzinnige te helpen opdrijven en dat de gemeenschap er allerminst door gediend wordt, wanneer die speculatieve elementen uit den brand gehol* pen worden, teneinde hun verderfelijke praktijken weer van nieuws in toepassing te kunnen gaan brengen. Ik wil er hier even met nadruk op wijzen, dat deze opvattingen steun vinden in meer dan een rapport, door de provinciale landbouwmaatschappijen ter zake van den toestand in het landbouwbedrijf aan het Comité uitgebracht. Evenwel naast de hiervoor bedoelde personen zullen er ook zijn, die zonder bewuste eigen schuld, door de tijdsomstandigheden moeilijk het hoofd boven water kunnen houden. Ik denk daarbij o. m. ook aan de vele kleine landbouwers en keuterboertjes uit de zandstre* ken, die ook in de achter ons liggende gunstiger jaren slechts een matig bestaan gehad hebben en menigmaal zwaar door de crisismaatregelen getroffen werden en die dus niet over het thans zoo noodige weerstands* vermogen beschikken. Onder hen zullen er natuurlijk ook wel zijn, die te duur gekocht of gepacht hebben, maar daartoe gedwongen zijn door de omstandigheden en door de speculatieve elementen in hunne omgeving. Maar een van tweeën of zij zijn zoo diep in de schulden en moeilijk* heden geraakt, dat zij op economische wijze niet meer te helpen zijn; of zij kunnen met hard werken en met steun van ons bestaande landbouwcrediet en mits de toe* standen nog niet veel erger worden en de crisis

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 11