451 telijk kenteeken voor het begrip „Koopman" in casu aanwezig is, maar het doel der Bank is het vervullen van een so; ciale taak, n.1. onderling hulpbetoon met uitsluiting van iedere gedachte aan handelswinst, zoodat voornoemde Bank geen koopman is en op die gronden heeft gevor; derd, dat het verzet van eischeresse tegen voormeld dwangbevel zal worden verklaard goed en van waarde en dat, dat dwangbevel buiten werking zal worden ge; steld met veroordeeling van gedaagde in de kosten der procedure; Overwegende dat gedaagde daarop heeft geantwoord: dat eischeresse ten onrechte in verzet is gekomen tegen het dwangbevel; dat eischeresse zeer zeker is koopman en valt onder artikel 2 Wetboek van Koophandel en hare daden onder artikel 4. 1° en 3° Wetboek van Koophandel, daar het bedrijf is geldhandel, zij het dan ook zonder een specu; latief tintje en het doel waarmede die daden worden verricht onverschillig is; dat, is het winst maken niet in de eerste plaats het doel, in ieder geval toch winst wordt beoogd en gemaakt, en zelfs in artikelen 53 en 54 der Statuten wordt bepaald, dat onder bepaalde omstandig; heden die winst ter beschikking der leden zou zijn; met conclusie: dat eischeresse worde verklaard niet ontvankelijk, althans ongegrond in haar verzet, en mits; dien de vordering worde ontzegd, met hare veroordee; ling in de kosten der procedure; Overwegende, dat eischeresse daarop bij repliek onder bestrijding der beweringen van gedaagde bij hare posita is blijven volharden, onder overlegging van een exem; plaar der voor alle bij de Coöp. Centrale Boerenleen; bank aangesloten plaatselijke banken, en dus ook voor de Boerenleenbank te Best van kracht zijnde Statuten, en er speciaal nog op heeft gewezen, dat in de artikelen 53 en 54 dier Statuten niets staat van hetgeen gedaagde hierin gelieft te lezen; Overwegende, dat gedaagde daarna bij dupliek even; eens bij zijn stellingen heeft gepersisteerd, onder opmer;

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 7