448 Bij de oprichting der boerenleenbanken is steeds be* toogd, dat de boerenleenbanken geen armeninstellingen zijn; wie arm is, kan bij de boerenleenbank niet terecht, want de boerenleenbank heeft tot taak gelden uit te leenen van het geld, dat zij van de spaarders ontvangen heeft en moet teruggeven. Daarom mag niets uitgeleend worden, als men niet zeker is, dat het teruggegeven wordt. Voor armen dient dus de boerenleenbank niet; zij is opgericht om armoede te voorkomen. Maar wel kan en moet de boerenleenbank de behulp* zame hand bieden, voor zoover het maar mogelijk is, als slechts geen schade aan hare soliditeit wordt toege* bracht. Zou in ernstige crisis*gevallen de Staat het risico wil* len dragen, geheel of voor het grootste gedeelte, zooals in oorlogstijd met het Middenstandscrediet en korten tijd geleden met het kweekerscrediet en evenzeer met het export*crediet gebeurd is, dan zullen ongetwijfeld maatregelen genomen worden, om de boerenleenbanken in dienst te stellen van aldegenen, die geholpen kunnen worden. Maar nog eens; de soliditeit der boerenleenbanken moet boven alles blijven vaststaan. Dat is in het belang van den geheelen boeren* en tuindersstand. Inzage van zegelplichtige stukken bij de plaat selijke boerenleenbanken. Zooals onzen lezers bekend is, werd in het vorige jaar door een Ontvanger der Registratie bij de boerenleen* bank te Best inzage gevorderd van alle zegelplichtige stukken, die zich op het kantoor der plaatselijke boeren* leenbank bevonden. De reden hiervan was, dat de Minister van Financiën (Uitspraak van de Arr. Rechtbank te 's-Bosch ten gunste der boerenleenbanken.)

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 4