459
klaard. In dit geval is het gewoonlijk aanbevelenswaard
dig, om een lid van het lidmaatschap te ontzetten of
den raad te geven, vrijwillig ontslag te nemen.
Zoude zulk lid zij het een persoon of eene vereeni*
ging een voorschot ontvangen hebben, dan denke
men eraan, dit voorschot terstond op te zeggen, en de
vordering bij den Curator in te dienen; en men late
niet na, overleg te plegen met de borgen, om zoowel de
boerenleenbank als de borgen zooveel mogelijk voor
schade te vrijwaren. Men kan natuurlijk dan ook de
borgen aanspreken, doch men moet dit dan tijdig doen,
zoodat de borgen gelegenheid hebben, hun vordering bij
den curator in te dienen. Is de vordering door pand of
hypotheek gedekt, dan kan men zich buiten het faillisse*
ment houden. In voorkomende gevallen wende men zich
onmiddellijk tot een notaris, een advocaat of tot de
Centrale Boerenleenbank.
3. als het lid tot terugbetaling van voorschotten of
schulden in rechten moet gedwongen worden.
Het Bestuur der boerenleenbank heeft de zorg voor
een goed beheer; en daarom is het verplicht de hand
te houden aan de overeengekomen terugbetalingen der
voorschotten; er zijn natuurlijk redenen, waarom uit*
stelling van betaling kan gegeven worden; maar zoodra
het Bestuur bemerkt, dat er onwil in het spel is, of dat
de terugbetaling groot gevaar loopt, indien nog langer
geduld geoefend wordt, dan moet er wel tot de uiterste
maatregelen overgegaan worden, en de terugbetaling
in rechten gevorderd worden.
In dit geval kan het Bestuur eveneens overwegen, of
het wenschelijk is, van zijne bevoegdheid gebruik te
maken om zulk lid te ontzetten.
4. als het handelt in strijd met de reglementen of de
belangen van de boerenleenbank.
Deze bepaling is noodzakelijk, om leden, die de boe*
renleenbank openlijk zouden tegenwerken, of die oor*
zaak zouden zijn van zulke blijvende oneenigheid, dat
het bestaan of het goed beheer der boerenleenbank er*
door gevaar loopen, van het lidmaatschap te kunnen