mocht zijn geworden, hiervoor hetzelfde geldt als hier*
boven voor een bankier is overwogen;
Overwegende, dat nu alle gronden, waarop, gedaagde
de eischeresse als koopman beschouwt, onjuist zijn en
de eischeresse dus niet als koopman kan worden aange;
merkt, daaruit volgt dat artikel 18 der Zegelwet niet op
eischeresse van toepassing is, en de boete ten onrechte
is opgelegd, zoodat eischeresse terecht in verzet is ge*
komen tegen het tegen haar uitgevaardigde dwangschrift
en de door haar ingestelde vordering moet worden toe*
gewezen;
Recht doende in naam der
Koningin:
Verklaart het verzet van eischeresse tegen het dwang;
hevel door den Ontvanger der Registratie en Domeinen
te Oirschot op 20 April 1921 tegen haar uitgevaardigd
goed en van waarde.
Beveelt dat het dwangschrift buiten werking zal wor;
den gesteld;
Veroordeelt gedaagde in de kosten dezer procedure
aan de zijde van eischeresse begroot tot aan dit vonnis
op 250.—.
Gewezen door de heeren Mrs. Loeff. President, Um;
mels en Jhr. van Meeuwen, Rechters, en uitgesproken
ter openbare terechtzitting der Rechtbank voornoemd,
heden den elfden Juli 1900 twee en twintig, in tegen;
woordigheid van voornoemde heeren behalve van Mrs.
Ummels en Jhr. v. Meeuwen, Rechters, en in tegen;
woordigheid van de heeren Mrs. Beckeringh van Loe;
nen en Sassen, Rechters, Paardenkooper Overman, s.
Officier van Justitie en Leesberg subst. Griffier.
Vermindering der rente bij de Boeren-
hypotheekbank.
In de laatste Algemeene Vergadering van de N. V.
Boerenhypotheekbank werd door het Bestuur overwe;
ging toegezegd van de vraag, of er geen gelden konden
456