441 groot De nieuwe leeningen droegen alle een rente van 5s/*%. Van de aanvragen die in de eerste helft van het jaar in behandeling genomen waren werd een afsluitprovi; sie van 1!%% in rekening gebracht, terwijl van de aam vragen boven 5000.die in de tweede helft van het jaar in behandeling genomen werden, een afsluitprovisie van l1!2% in rekening gebracht werd. Aan pandbrieven stonden uit: 4% pandbrieven405.400. 4Va% pandbrieven1.035.700. 5 Jo pandbrieven1.090.000.— 5'/l.% pandbrieven1.578.000. 4.109.100. In 1921 werden uitgeloot: 4% pandbrieven voor een bedrag van 119.000. 4'/2% pandbrieven voor een bedrag van 70.000. welke konden ingeruild worden tegen 51h% pand; brieven. In 1921 konden aan pandbrieven geplaatst worden voor 1.223.500, wat een vooruitgang tegen het jaar 1920 aanwijst van 412.400. Na verdeeling van de winst bedraagt de reserve 16.950.34'. In de laatste Algemeene Vergadering werd aangeno; men, dat het maximum dividend in plaats van 4% zal bedragen 6%. Deze leeningen hebben de volgende looptijden: 20 leeningen samen 136.600.— van 1 tot 10 jaar 15 7 5 147.100. 10 17 s 148.650. 15 20 7 33.600. 20 25 28 8 346.090.— 25 30 1 5 12.000,— 30 35 88 ,l 684.560.— 35 40 168 leeningen, samen groot 1.508.600.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 9