439 De gezamenlijke reservefondsen beliepen: 1919 1.129.740.37 1918 1.024.785.69" vermeerdering 104.954.675 Einde 1920 bedroegen de gezamenlijke reservefondsen: a) reservefonds 1919 1.129.740.37 b) winst 1920 331.194.81" Totaal 1.460.935.18" Bovenstaande cijfers geven duidelijk aan, dat de wer» king der plaatselijke boerenleenbanken steeds vooruit» gaande is, en vele land» en tuinbouwers van het goed geregeld landbouwcrediet voordeel genieten. Statistiek van de Boerenhypotheekbank over 1921. Het kapitaal der N. V. Boerenhypotheekbank be» draagt 1.000.000, waarvan geplaatst is een bedrag van 575.000. De aandeelen mogen enkel genomen worden door de Coöp. Centrale Boerenleenbank van Eindhoven en de hierbij aangesloten boerenleenbanken; in de laatste Al» gemeene Vergadering is bepaald, dat ook de bij de Centrale Boerenleenbank van Alkmaar aangesloten boe» renleenbanken aandeelhoudster kunnen worden. In 1921 traden 42 boerenleenbanken als aandeelhoud» ster toe, zoodat het aantal deelnemende boerenleen» banken steeg tot 358. In 1921 werden 212 aanvragen om hypotheek inge» diend tot een bedrag van 1.820.100. In behandeling waren nog 20 aanvragen tot een be» drag van 97.000. Van deze 232 aanvragen werden ingetrokken 39 aan» vragen, geweigerd 4, toegestaan 168, zoodat er nog 21 aanvragen in behandeling waren.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 7