437
heeft, kan het Bestuur hem als lid behouden, totdat dit
voorschot is afbetaald, of totdat hij lid is geworden eener
andere boerenleenbank.
Over dit punt is uitvoerig gehandeld in deze Mede-
deelingen blz. 151 en volgd. (zie ook blz. 281.)
c. dat men lid zij van den Boerenbond.
Over deze bepaling is in den laatsten tijd zeer veel
gesproken en geschreven, waarom wij kunnen verwijzen
naar deze Mededeelingen blz. 145 en vlgd., blz. 282, blz.
401 en vlgd. en blz. 429.
De andere redenen, waarom een lid kan ontzet wor*
den, zullen in het volgend nummer worden besproken.
Statistiek der plaatselijke Boerenleenbanken.
In het jaar 1921 werd het vijfde honderdtal bereikt
van plaatselijke boerenleenbanken, aangesloten bij de
Coöp. Centrale Boerenleenbank te Eindhoven. In het
vervlogen jaar werden 21 boerenleenbanken aanges
sloten.
Het is wel interessant den loop van de aansluiting der
plaatselijke boerenleenbanken nog even na te gaan:
in 1899 aangesloten boerenleenbanken 33
Zooals onze lezers weten, loopt de statistiek der
plaatselijke boerenleenbanken, opgenomen in het Ver*
slag over 1921, over een jaar vroeger, n.1. over 1920,
omdat de balansen der boerenleenbanken eerst gecom
troleerd worden, alvorens deze in de statistiek worden
vermeld.
Met eenige cijfers zullen wij den gang van zaken aan=
toonen:
1904
1909
1914
1919
1920
1921
132
263
378
469
490
501