428 4. Alles behoudens het hierna bepaalde in art. 50 a. Art. 50 a. Wanneer tengevolge van geleden verliezen van de Vereeniging, de gemeenschappelijke reserve geheel of gedeeltelijk mocht zijn aangesproken, hetgeen niet zal geschieden dan nadat het reservefonds is uitgeput, zal de winstverdeeling van art. 49, in dier voege gewijzigd worden, dat na storting van 10°/o in het reservefonds, en na uitkeering van een cumulatief»dividend op de bes wijzen van deelneming van hoogstens 6% van de gedane stortingen, de verdere winst zal worden besteed tot herstel der gemeenschappelijke reserve, totdat deze de hoogte zal bereikt hebben van het oogenblik, waarop zij voor de verbintenissen der Vereeniging werd aangespro» ken. Eerst daarna zal weer de gewone winstverdeeling worden toegepast. Door deze nieuwe bepalingen wordt het Reservefonds zoo sterk mogelijk gemaakt, wijl nu 95 pet. der winst zal gereserveerd worden. Wegens stijging van den Rentestandaard wordt het dividend van het gestorte op de aandeelen verhoogd van 4 tot 6%. Dit voorstel wordt aangenomen. Medegedeeld wordt, dat het Crisisfonds, dat door de aangesloten boerenleenbanken vrijwillig werd bijeenge» bracht tot een bedrag van 43.634.55 aan de boerenleen» banken, die het gestort hebben, zal worden terug» gegeven. Wijziging van Art. 41 der Statuten. Nu de Statuten toch moesten gewijzigd worden, heeft het Bestuur hiervan gebruik gemaakt om eene aanvul» ling voor te stellen van art. 41, betrekking hebbende op het nemen van besluiten door de Algemeene Vergade» ring. Het derde lid, dat aan dit artikel zal worden toe» gevoegd, luidt: Art. 41. 3. Wanneer wegens onvoltalligheid geen besluit kan Crisisfonds B.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 16